5. De baby

Voor jezelf zorgen terwijl je voor een baby zorgt

Mensenbaby’s worden als het ware te vroeg en onaf geboren. Ze groeien nog lang door voordat ze voor zichzelf kunnen zorgen. Hun hoofd is, in verhouding tot hun lichaam, en vergeleken met andere pasgeborenen, nog heel groot en topzwaar. Baby’s hebben ons hard nodig. We moeten hen voeden, dragen, verzorgen, met ons meenemen, veiligheid bieden en vooral ook van ze houden!

Baby's hebben geen enkel begrip van ruimte en tijd en zijn volledig overgeleverd aan de omstandigheden waarin ze zich bevinden. Als baby’s iets nodig hebben zijn ze afhankelijk van iemand anders die erin voorziet. Dat kan behoorlijk stressvol zijn. Als baby’s alleen zijn dan duurt dat vanuit hun beleving een eeuwigheid en als ze iets nodig hebben voelen ze zich volkomen hulpeloos. En als wij weg zijn of in een andere kamer, dan betekent dat voor hen dat we totaal verdwenen zijn. Het is bekend dat baby’s die te vaak of te lang alleen zijn het minder goed doen. Ze worden onzeker, voelen zich niet geliefd, niet gehoord, niet gezien, onveilig en verlaten.

Vergelijk het met een appelpitje dat kan uitgroeien tot appelboom met mooie appels. Om te ontkiemen, wortels te maken, te groeien, te bloeien en vrucht te dragen heeft het aarde, water, lucht, licht, warmte en voedingsstoffen nodig. Wanneer alle voorwaarden voor groei en ontwikkeling in direct contact zijn met het pitje dan gaat groeien en bloeien vanzelf. Zijn de voorwaarden wel aanwezig, maar op afstand, dan zal er niets kunnen groeien. En als er gebrek is, dan groeit het gebrekkig.

Toch is een vaak gegeven advies nog steeds om de baby in een apart bedje in een eigen kamer te laten slapen. Mensen zeggen soms zelfs dat je een baby verwent door hem dichtbij je te houden. Ouders worden bang gemaakt om hun kind bij zich in bed te nemen. Ze zouden op het kindje kunnen gaan liggen, maar die kans is er alleen bij alcohol- of drugsgebruik. Nog een advies van deskundigen is om baby’s steeds vroeger en tegen steeds meer ziekten te vaccineren. Dat is een flinke impact op hun immuunsysteem dat nog erg pril en onvolgroeid is.


Baby’s: “Wow! Wat is het hier allemaal groot en ver weg! Zoooooo anders…...
Waar ben ik nou? Hou me vast, alsjeblieft! Ik wou dat ik een aapje was, dan kon ik me aan je vasthouden en steeds heel dichtbij je zijn! Dan ben je er als ik je nodig heb. Zelf kan ik nog bijna niks!”


Nabijheid

Alle reflexen van baby’s zijn gericht op bevrediging van behoeften, warmte, contact en verbinding. Ze grijpen, reiken en hechten zich aan ouders en verzorgers.

Maar het zwangerschapsverlof is voorbij, het ouderschapsverlof is kort, we moeten weer aan het werk, misschien zelfs lange dagen. De opvang, een gastouder, de oppas of oma en opa nemen de zorg voor de baby over. Lukt borstvoeding niet, dan is flesvoeding een snel gegeven advies. Sommige deskundigen zeggen: ‘dan weet je precies hoeveel de baby binnenkrijgt en dat het genoeg is. En met flesvoeding slaapt de baby vaak sneller door. Wel zo handig wanneer moeder toch al moe is.’ Het is goed om te weten dat borstvoeding de beste voeding is en dat er van alles mogelijk is om het tot een succes te maken. Ook als je het nu als vermoeiend en stressvol ervaart. Denk aan een advies van een vereniging voor borstvoeding, mindfulness of een bezoek aan een kindertolk. Voor de baby betekent de borst heel veel: liefde, zorg, warmte, veiligheid, voeding, hechting, koestering én antistoffen tegen allerlei ziekten. Het is goed om dat te kunnen geven.

Afstemmen

Baby’s reageren instinctief, voelen wat ze nodig hebben, vragen er om en communiceren door middel van hun lichaam en met hun gedrag. Ze kijken rond, voelen zich lekker, lachen, brabbelen, huilen, voelen zich naar, slapen slecht, hebben krampjes of problemen met eten of de ontlasting.

Het is een kunst om op de juiste manier te reageren en goed op een baby afgestemd te zijn. Het kan lastig zijn om echt te weten en aan te voelen wat een baby nodig heeft. Ouders zijn niet perfect, ze kunnen niet alles en het is niet altijd rozengeur en maneschijn, en dat hoeft ook helemaal niet. We streven soms eerder naar vrijheid, onafhankelijkheid en naar hoe we het ons hadden voorgesteld dat het zou zijn, dan dat we onze gezonde impulsen volgen. Er gewoon zijn en reageren vanuit ons gevoel. Natuurlijk mogen we moe zijn of gespannen, huilen als we willen huilen en slapen wanneer de baby slaapt. Als het nodig is, of gewoon fijn, vragen we hulp. We proberen ons over te geven aan hoe iedere dag verloopt. Het is wennen.

We leren, al doende, om de behoeften van de baby aan te voelen en te begrijpen, ons op het kind af te stemmen. We leren de baby verzorgen, de taal van het huilen en het babylijfje kennen, aanvoelen wat er nodig is en actie ondernemen wanneer dat nodig is. Ze groeien en gedijen van onze warmte, zorg en aandacht, tijdens de voeding, door wiegen en dragen, aanraken en koesteren. Het is goed als we er zijn en de tijd nemen om contact te maken. Een liedje zingen, tegen hen praten en vertellen, samen slapen. Dan voelen baby’s zich veilig en geliefd, als ze de vertrouwde stemmen en lichamen van ouders en verzorgers horen en voelen.

Ze helpen mee

Gelukkig helpen de baby’s zelf mee, want al zijn ze nog zo klein, ze begrijpen ons beter dan we denken. Ze kunnen heel goed voelen en ons aankijken alsof ze dwars door je heen kijken. Als we met hen bezig zijn, met hen praten, voor hen zingen, vertellen waar we zoal mee bezig zijn of ons druk om maken, zijn ze één en al aandacht. Een baby leeft in symbiose met ons, en symbiose betekent: samenleven tot werderzijds voordeel. Je hebt er misschien nog nooit van gehoord, maar dat wij als ouders ons hechten aan een baby is voor onszelf óók belangrijk. Lees gauw verder!

Waarom huilt mijn baby?

Baby’s ervaren zichzelf en hun omgeving als één grote soep van gewaarwordingen. Soms zal een baby huilen door een oorzaak in zichzelf: honger, behoefte aan contact, buikpijn. Soms huilt een baby door iets uit de omgeving: te warm, te koud, te veel prikkels, fel licht, lawaai. En soms huilt een baby door iets van de mensen om hem heen: opwinding, spanning, verdriet, woede of andere, vaak onbewuste, gevoelens. We blijven ons dan maar afvragen wat er nu nog aan de hand kan zijn. De baby heeft de fles gehad, een schone luier, een boertje gedaan, een knuffel gehad, we hebben een liedje gezongen en de gordijnen zijn dicht. Waarom moet hij dan nu nog steeds huilen? Hoe krijg ik haar stil? Wat kan ik nu nog doen?

Soms huilt de baby om ons

Als de baby huilt focussen we ons op het kind en zoeken daar zowel het probleem als de oplossing. Terwijl het kind, zo klein als het is, ook op ons kan reageren, ons kan spiegelen. Het bedoelt misschien te zeggen dat we aandacht aan onszelf te besteden hebben, dat we moeten zorgen voor onze eigen voeding, verzorging, ontspanning en rust. Of aan dingen als vermoeidheid, stress, onzekerheid, verdriet en machteloosheid. Als baby’s overgeven bijvoorbeeld, dan vragen ze van ons misschien om ons over te geven aan de dag van vandaag en te accepteren dat die is zoals die is.

Wanneer we onze eigen gevoelens niet goed genoeg kennen, of er onvoldoende zorg voor dragen, dan geven we onze baby, ondanks de beste bedoelingen en alle liefdevolle inspanningen, soms niet wat hij of zij echt nodig heeft. Onze eigen ouders en verzorgers hebben dat vroeger ongetwijfeld soms ook lastig gevonden. Weet jij nog hoe het vroeger was? Kreeg jij wat je nodig had? Voel maar eens hoe het was voor het baby’tje dat jij vroeger was.

Baby’s voelen het allemaal haarscherp aan en vinden het een verademing als we gewoon zijn zoals we zijn. Dat we ons overgeven aan wat ons dwarszit, want dan klopt het weer voor hun gevoel. Als we onzeker zijn zoeken we steun en vragen we hulp. We volgen ons onderbuikgevoel. Het kunnen dingen van nu zijn die ons in beslag nemen, het kunnen ook ervaringen van vroeger zijn die hun sporen in het heden nagelaten hebben. Misschien ontdekken we bijvoorbeeld dat wij zelf als kind, zonder dat we het wisten, weinig zorg, of liefde, of veiligheid, hebben gekend.

We weten dat nare gebeurtenissen en onverwerkte emoties uit de vroege jeugd negatieve gevolgen hebben in het verdere leven. Gevoelens moeten geuit en verwerkt kunnen worden, in een veilige omgeving, in de aanwezigheid van een liefdevolle ouder of verzorger, anders zetten ze zich vast in het lichaam. Dat geldt ook voor ons. En onze baby voelt ze nog eens met ons mee. Dat is hoe we het doorgeven.

Neem er verantwoordelijkheid voor

Daarom is het zo belangrijk om er mee aan de slag te gaan. Er aandacht voor te hebben en er de nodige zorg aan te besteden. Als we leren oude behoeften alsnog te vervullen, als we leren een liefdevolle ouder voor onszelf te zijn, dan kunnen we er helemaal zijn, voor het kind dat we ooit zelf waren én voor de echte baby waar we nu voor zorgen. Dat is onder andere wat we leren van een baby: dat alles er mag zijn. Dat we accepteren wat er zich binnen in ons afspeelt en ‘ja’ zeggen tegen wat we voelen, al zouden we liever iets anders willen. Samen met dat van de baby krijgt ons leven ook een nieuw begin. We leren in het nu te leven, weer afhankelijk te kunnen zijn, weer kwetsbaar te durven zijn en we leren hulp te vragen.

Een goede basis meegeven

Dan hebben we veel te bieden aan de baby. Dan klopt het voor de baby. Dat geeft rust en veiligheid. En we weten dat een veilige babytijd de basis is voor een gezonde emotionele en cognitieve ontwikkeling, voor vertrouwen in jezelf en in het leven. Alles wat we nu investeren in een stevige basis, zal later positief doorwerken in ons eigen leven en in dat van het kind. Het zal de latere opvoeding een stuk gemakkelijker maken. Het is een win-win-situatie voor ouder en baby. Terwijl we voor het kind aan het zorgen zijn en de behoeften van de baby aan het vervullen zijn, leren we tegelijkertijd aan onze eigen behoeften tegemoet te komen en beter en liefdevol voor onszelf te zorgen. Je kunt pas iets geven als je het zelf hebt.

IDEEËN

  • Zorg voor een jaar ouderschapsverlof.
  • Maak de wereld voor een baby klein.
  • Borstvoeding is de beste voeding.
  • Draag je baby zoveel je kunt.
  • Luister naar je onderbuikgevoel.
  • Zorg goed voor jezelf en voor wat je voelt.
  • Neem voldoende rust en laat je op tijd aflossen.
  • Vraag hulp in je omgeving.
  • Raadpleeg een kindertolk® bij problemen.

WINWINWIN

Win 1: Volg het ritme van je baby
Win 2: dan krijg je zelf ook voldoende rust
Win 3: en is ouderschap goed te doen.

TIP: lees of geef als kraamcadeau: ‘Je baby vertelt’ van Maarten Ghysels, ‘De taal van huilen’ van A.J. Solter of ‘Slapen met je kind’ van McKenna.