16. De samenleving

Als jullie mensen uitsluiten of veroordelen, snijd je jezelf ook af.

“Papa, mama, grote mensen: in onze klas zitten veel verschillende kinderen: jongens, meisjes, sommige hebben blond haar, anderen een bruine huid, de een is dik, de ander dun. Er zijn lange slungels en kleine kinderen. Sommige spelen altijd samen en anderen zijn meer op zichzelf. De een is heel slim en een ander kan dan weer heel goed tekenen of sporten. Je hebt kinderen met een bijzondere hobby zoals doedelzak spelen of theezakjes verzamelen. Er is een kind dat vol sproeten zit en een die zijn mond steeds open heeft hangen. Er zijn praters, doeners, kijkers, bouwers, luisteraars, verbinders, leiders, vechters. De een houdt van buiten zijn en de ander van binnen spelen. Sommige hebben ADHD of dyslexie. Er zijn kinderen die steeds naar de wc moeten en er is een meisje dat goed kan programmeren. Iedereen is dus anders. Soms gebeuren er iets waardoor die vechter ineens handig is, ik leer van hem om voor mijzelf op te komen. Een volgende keer word ik vrolijk van die malle doedelzakspeler en soms is het fijn om alleen te luisteren en niets te hoeven zeggen of doen. En als we een poosje rustig zijn, blijkt dat stille kind heel veel te zeggen te hebben. We kunnen niet altijd goed met elkaar opschieten, maar we leren van elkaar. We moeten immers elke dag weer samen naar school.

Papa, mama, grote mensen, we vragen je: aan welke mensen heb jij een hekel, over wie oordeel jij? … Wat doen of zeggen ze waardoor je ze niet mag? … Heeft die kant van hen desondanks ook iets goeds? Kan het zijn dat dat is wat jij te weinig doet en wat je eigenlijk meer zou mogen doen? … Kun je in ieder mens een vriend of leraar zien, iemand die ergens voor deugt? … Een prachtig mens?”

We kunnen concluderen dat ieder van ons lijdt onder het feit dat we de kringloop van het leven hebben verlaten. Degenen die dat het meest puur laten zien (kinderen, gevoelige mensen, arme mensen) zijn als het ware de klokkenluiders, de ‘kanaries in de kolenmijn’. Wat zij als eersten tonen, komt met de tijd ook bij anderen aan het licht. Laten we die signalen oppikken en ernaar handelen. Het is mooi om te zien hoe we de coronatijd ons laat zien dat we één zijn, elkaar nodig hebben en helpen.

Daarbij is ieder mens, ieder volk, iedere cultuur hard nodig. We dragen samen bij - ieder vanuit eigen uniciteit en andere talenten - voor het optimale functioneren en voortbestaan van het geheel. Vreemde talenten en voor ons ongebruikelijke gewoonten, binnen onze eigen cultuur of uit andere zijn een zegen op de juiste plek. De islam kent geen rente en het idee van broederschap is er sterk ontwikkeld; in sommige landen van Afrika leeft men volgens het Ubuntu-principe (ik ben omdat jij bent); natuurvolken zijn sterk verbonden met de natuur en de remedies die de natuur ons geeft; de Westerse cultuur heeft veel kennis en techniek voortgebracht die heel nuttig is als we het voor de juiste doelen inzetten; er zijn landen met een oude traditie van yoga, meditatie en mindfulness die bewust maakt en ons rust geeft.

En zo is het ook bij individuele mensen. Iedereen deugt op de juiste, unieke plek en manier. Een jongen met zwaar autisme bleek bijvoorbeeld een hele precieze landmeter te zijn. Een criticus op de juiste plek maakt goede ideeën nóg beter. Slopers maken ruimte voor iets nieuws. Ieder op zijn/haar plek ten dienste van zichzelf, de ander en het geheel. Vanuit onze talenten. We hebben elkaar nodig.

Daarvoor is het belangrijk om elkaar onbevooroordeeld te ontmoeten. Het oordeel dat we over een ander hebben is vaak het oordeel dat we over onszelf vellen. Ons oordeel over een ander komt vaak vanaf de zijlijn in plaats van uit ontmoeting en empathie. Hoe zou jij het ervan af gebracht hebben als jij in die situatie geboren was en opgroeide? Hoe zou jij er dan voor staan?

Het vraagt ook van ons om te gaan staan voor onszelf en de rechten en kansen die we hebben te gebruiken, waarbij we ons moeten realiseren dat de rechten en kansen bepaald niet eerlijk verdeeld zijn (zie punt 13) en we het systeem rechtvaardiger behoren te maken. Hoe kunnen we assertief worden en moed opvatten? Door onderwijs, bewustwording, zelfvertrouwen, kennis, middelen. Wat kunnen de omstanders bijdragen? Hulp, steun, bemoediging, stimulatie, empathie, liefdevolle wijze woorden. Ieder van ons kent mensen die op kritieke momenten in ons leven een hand hebben uitgestoken, die voor ons het verschil hebben gemaakt.

De wereld is een dorp. Er is maar één menselijk ras met bijna 8 miljard prachtige individuen. Laten we dan van die kleine verschillen genieten en van elkaar leren. Uitreiken en verbinden. Elkaar ontmoeten, over onze levens vertellen en elkaar inspireren. Zodra we de verschillen niet meer zien als breekpunten, ons niet langer laten verdelen maar onze talenten (h)erkennen en gebruiken voor het 123-perspectief dan is er heel snel heel veel mogelijk. Hoe meer diversiteit, hoe meer we kunnen oplossen met al die verschillende manieren van denken.

Conclusie: We zijn één ras. Verschillen tussen mensen en volken zijn handig en bron van inspiratie.

Het 123-perspectief in de samenleving: als ik leef naar mijn eigenheid, aard en talenten (1) en andere mensen doen dat ook (2), dan komt dat de samenleving als geheel ten goede.

Als mensen, landen en culturen ingezet worden voor functies waar zij goed in zijn (1) en anderen landen en culturen dat ook doen (2) dan komt ons dat op wereldschaal ten goede (3).

Aanbevelingen:

  • Ontwikkel je spiegelvaardigheid en spiegel je ook aan andere mensen dan je kinderen.
  • Sluit je aan bij gemeenschappen in je buurt, dorp, stad of online.
  • Kom uit je social media bubbel van gelijkgestemden.
  • Zie wat er goed is aan jezelf en de ander. Wees blij met de overeenkomsten en vier de verschillen.
  • Deel je verhalen en luister naar elkaar: vind oplossingen volgens het 123-perspectief.
  • Met elkaar en vanuit verschillende disciplines werken we aan goede oplossingen.
  • Steun elkaar in de behoeften die er bij jullie leven. Kijk wat jij kunt doen.
  • Ieder werkt naar vermogen, talent en voorkeur.
  • Oordeel niet over iemand voordat je in een ander zijn schoenen hebt gestaan.
  • Geef andere mensen en landen de kans om hun samenleving op hun manier op te bouwen (onderwijs, kennis, mogelijkheden) door te stoppen met uitbuiting en neokolonialisme. Ontwikkelingshulp is een pleister en geen oplossing.