13. Geld, werk en economie
Rente op geld brengt ellende, kies voor een gezonde, levengevende economie.
“Alles wat we thuis hebben geleerd (jullie ook) geldt ineens niet als het gaat om werk, geld en de economie. Dat vinden we heel gek. In het gezin houden we rekening met elkaar, verdelen we wat er is, mogen we het eten niet alleen opeten omdat wij er toevallig het eerste zijn of zoveel honger hebben. Het is ook niet zo dat jullie (omdat je het geld verdient of het eten maakt) zeggen: dit is van ons, hier moet jij van afblijven of je moet betalen voor je een broodje krijgt. ‘Eerlijk zullen we alles delen’ is het motto. Voedsel en andere levensbehoeften, tijd en aandacht worden verdeeld op een manier die goed is voor alle gezinsleden. Niemand wordt er blijvend van uitgesloten. Als ik heel veel honger heb, mag ík die laatste pannenkoek. Als ik iets wil leren of vertellen, ziek of emotioneel ben, dan krijg ik extra aandacht. Als ik me aanstel, dan krijg ik juist minder. Jullie weten dat onderscheid heel goed te maken! Zo leven wij als een mini-economie samen en voelen we heel goed van elkaar aan wat er nodig is, wenselijk en goed is. Jullie geven ons veel én krijgen veel terug (als je leert spiegelen neemt dat alleen maar toe). Wij voelen ook heel goed aan wat jullie nodig hebben en helpen je om je daar bewust van te worden en het te verwezenlijken.
Het zal ons allen gelukkiger, gezonder én rijker maken als we de gewoonten van thuis ook buiten toepassen. De economie van nu is te vergelijken met een kankergezwel of een narcistische ouder (die ongebreidelde aandacht en groei voor zichzelf wil ten koste van al het andere). Zo’n ouder ondermijnt een gezin; zo’n kankergezwel ondermijnt een lichaam; zo’n economie ondermijnt mensen, de samenleving en de wereld waar wij samen deel van uitmaken.
Papa, mama, grote mensen, leiders, we vragen je: Wat doe jij in de buitenwereld (familie, buurt, dorp, stad, land, wereldwijd) anders dan thuis? …. En waarom eigenlijk? …. Vraag jezelf drie keer de waaromvraag om dieper op het onderwerp in te gaan. En wat kun jij anders doen voor ons, onze toekomst en wereld? ….
Ga je er (samen) voor zitten om deze vragen te beantwoorden?”
De grondslag van de huidige economie is onjuist, inderdaad als een narcistische ouder in een gezin, de maffia in een dorp of een tumor in een lichaam. Het gaat om meer, meer, meer. De economie moet groeien. Die winstmaximalisatie ten koste van mens, dier en milieu levert veel geld op omdat de verborgen kosten ervan niet worden mee berekend in de prijs en op het bordje komen van de gemeenschap, terwijl het bedrijf de winst pakt. De ‘juiste dingen voor mens, dier en milieu’ doen, levert minder geld op maar is goedbeschouwd goedkoper en brengt winst voor ons allen in de vorm van gezondheid, welzijn en vreugde.
Dit verhaal neemt je mee naar de oorsprong van geld en de economie om daarna te kijken naar de gevolgen ervan. We eindigen met een gezond systeem en een andere definitie van economie.
Werk was er altijd al, mensen doen dingen om in hun (basis)behoeften te voorzien. Vroeger met jagen en verzamelen, daarna met landbouw en ook in de dienstensector en industrie. Betaalmiddelen zijn bedacht om gemakkelijk te kunnen uitwisselen: een brood voor een bloemkool. Ook handig voor het geval de bakker geen bloemkool wil maar schoenen. Schelpen of kerven op een stok gaven aan hoeveel je iemand nog moest compenseren. Schelpen zijn er in overvloed, kerven kun je zetten zoveel je wilt. Het was gewoon het equivalent van ‘een briefje’ waarop staat hoeveel je van elkaar tegoed hebt. Het latere geld (munten en briefjes) was eerst ook vooral een ruilmiddel. Gaandeweg ontstond een economie waarbij ‘hekken’ om land, grondstoffen, dieren e.d. heen gezet werden. Anderen moesten nu betalen voor de schaars geworden goederen. Het dreef de prijs op. Die bloemkool was nu het dubbele waard, er moest twee keer zoveel betaald worden. Ook de bloemkoolteler moet meer betalen voor wat hij nodig heeft. Hij wil daarom een lening om meer bloemkolen te verbouwen. De investeerder met het geld bedong een rente en/of kreeg een grotere winstuitkering op zijn uitgeleende geld. Geld was nu geen ruilmiddel meer maar een manier om aan méér geld te komen. Dat ligt niet aan geld op zich, geld is handig. Het ligt aan het toe-eigenen, schaars maken van (publieke) zaken en geld maken met geld (door rente, aandelen, effecten, speculatie). Dat is een vliegwiel dat mensen met geld en bezit helpt maar ons en de natuur kapot maakt.
Veel mensen lenen geld voor een huis, een auto of om een bedrijf op te zetten. Vrijwel alle bedrijven en ook bijna alle regeringen (!) ter wereld lenen via een bank geld bij mensen met geld die er meer van willen maken. Zij verwachten winst, rekenen rente, willen een aandeel. Daarmee zijn mensen, hun bedrijven en zelfs overheden winstgedreven bedrijven geworden! Ze lenen geld om dingen te kopen en moeten dit met rente aflossen. Daarom investeren ze hun geld daar waar de opbrengst het hoogst is: bij initiatieven met winstmaximalisatie ten koste van mens, dier en milieu. Het omlopende geld verplaatst zich - als een piramidespel - bij de mensen vandaan naar de eigenaren van het geld en/of de schaarse goederen.
Die hadden er geen belang bij dat geld schelpen of kerven waren (die zijn er immers in overvloed!). De geldscheppers creëerden nieuw geld met ‘officiële’ kenmerken. Dit geld werd óók schaars gehouden, zo gaven ze het vorm. Ze creëerden dit geld uit het niets, als Monopoly-geld. Gewoon een papiertje, een kerfstok met een verhaal waar mensen in gingen geloven. Je kon alleen nog met dit geld betalen en om aan dit geld te komen, moest je voor hen werken op hun voorwaarden en kreeg je loon waarmee je die dure bloemkool (die je zelf had verbouwd) kon kopen. Stap voor stap zijn mensen in dit systeem gezogen. We drukken inmiddels alles in geld, tijd en werk uit. Let er maar eens op. De Westerse ‘way of life’ heeft een prijs. Je hebt misschien welvaart maar ook welvaartsziekten; je bent financieel rijk maar ook afgesneden van jezelf, je gevoel en anderen: dat is toch armoede. Dit verouderde systeem met zijn perverse prikkels, maakt kapot wat ons lief is.
Rente- en winstgedreven geld leidt tot: verspilling, vervuiling, uitbuiting, onderdrukking, wegwerpcultuur, onzinproducten, vercommercialisering, een wereld vol reclame, reclames vol leugens. De rijken worden rijker, armen worden armer. De rijkste 10 mensen bezitten evenveel als een kwart van de wereldbevolking. We handelen als neokolonialisten met andere landen. Er wordt gespeculeerd met basisvoorzieningen (zoals huizen of graan). Grote bedrijven werken met een zeer beperkte aansprakelijkheid en betalen weinig of geen belastingen. We hebben een systeem van patenten en eigendomsrechten, soms zelfs op delen van de natuur (zoals zaden). Bedrijven zijn te groot en te machtig om failliet te gaan, waardoor we ze samen overeind moeten houden. Er worden subsidies en regels gemaakt om de status quo te handhaven, goederen en geld schaars te houden. Hogere winsten brengen hogere lasten, hogere huren, hogere kosten, hogere schulden, hogere leningen, hogere belastingen, de privatisering van nutsbedrijven en andere publieke zaken en taken (gezondheidszorg, onderwijs, communicatiemiddelen). De menselijke maat is verdwenen, het gaat om schaalvergroting en megasteden. We zien de ratrace, de armoede, het tekort, de voedselbanken naast overconsumptie en het dure levensonderhoud. Mensen kiezen slechter voedsel dat tot armoede- of welvaartsziekten leidt. De arbeidscontracten en beloningen worden magerder. Er ontstaan onbetaalbare schuldenlasten voor mensen én ook voor landen waarvoor dure schuldhulpverlening of ontwikkelingshulp aangeboden wordt. Kinderen fungeren als een soort pensioenvoorziening. Collectief overwaarderen we werk waar geld en macht bij komt kijken en onderwaarderen we gewone beroepen (die nu in de corona-crisis ineens heel vitaal blijken te zijn). Mensen, hun talenten en toewijding zijn ondergeschikt. Ze ervaren hoge druk en spanning. Ze hebben weinig tijd voor zichzelf, hun kinderen, familie, vrienden en de dingen die er werkelijk toe doen. Mensen voelen zich op het tweede plan staan en onmachtig. Ze ervaren zinloosheid. Dat wakkert haat en wantrouwen aan tussen mensen en volken, een wij-tegen-zij-gevoel. Oorlogen ontstaan met alle trauma’s, ziekten, invaliditeit en psychische problemen van dien. Ook criminaliteit is vaak gerelateerd aan armoede of het vergroten/zekerstellen van iemands geld. Door mensen af te knijpen zijn veel vrouwen (maar ook mannen en landen) financieel afhankelijk en daarmee kwetsbaar voor (huiselijk) geweld en uitbuiting. Dit systeem dient ons niet langer, het is een monster dat zich tegen ons heeft gekeerd.
We hebben een nieuw systeem nodig dat natuurlijke principes volgt. Laten we de aarde met al wat erop leeft daarom vergelijken met een lichaam. Alle cellen en organen werken - op hun manier - mee aan het gezond in stand houden van het lichaam en ontvangen daarvoor ook hun deel van het voedsel om het lichaam als geheel te laten functioneren. Zodra de vitale organen voorzien zijn, is de rest voor andere cellen/organen. Als de hersenen een hek zouden bouwen en voedingsstoffen bij cellen en organen weg zouden houden en dubbele inzet zouden vragen om toch hetzelfde te leveren, dan gaat dat ten koste van die andere organen/cellen en ook van de hersenen zelf! Het lichaam wordt ziek of sterft.
De crises van de wereld van nu zijn veroorzaakt doordat de economie draait ten koste van de rest. Het is goed om je te realiseren dat de schaarste en het winstgedreven geld veelal kunstmatig gecreëerd zijn. We kunnen er dus ook weer van af. We behoren de grondslag van de economie te veranderen met:
1. Het 123-perspectief als leidraad voor ons handelen.
2. De schepping van publiek en renteloos geld.
1. Het 123-perspectief is vanaf het begin van ons leven onze blauwdruk. Aan ons meegegeven door onze moeders. Via de placenta was je met je moeder verbonden. De placenta als orgaan kent een eigen kinddeel en een eigen moederdeel. Zonder vergroeiing van die twee delen maar door intensieve uitwisseling (zonder winstoogmerk) werd je voorzien van al wat je nodig had terwijl het je moeder tegelijkertijd aan niets ontbrak. Moeders zijn dus in staat om een nieuw leven (in economische termen: een potentiële concurrent) te laten groeien zonder er zelf slechter van te worden. Integendeel: veel moeders voelen zich enorm verrijkt door de kinderen in hun leven. Dat is overvloed.
Het 123-perspectief werkt vanuit het gegeven dat alles met alles verbonden is, net als in een lichaam of de natuur. Er wordt niet meer genomen dan nodig is. De rest wordt gelaten. Door te láten kunnen anderen zich voeden, aan anderen geven wat zij produceren, en blijft de kringloop voor het grotere geheel in stand.
Het 123-perspectief kent drie vragen die bepalen of dat wat je doet, laat of weigert juist is:
1. Is dit goed voor mij? Heb ik zelf genoeg om goed te functioneren? Het gaat om genoeg en niet om hebzucht. Hebzucht laat ons slechter functioneren. Zie jezelf als een waterbekken dat zich vult en als vanzelf overstroomt als het vol is. De vraag ‘is het goed voor mij’ gaat over mijn lichaam, mijn leven, mijn gezin, mijn leefomgeving enz. Is dat wat ik doe, laat of begrens goed voor mij?
2. Is het goed voor de ander? Is dat wat ik doe, laat of begrens, óók goed voor een ander? Voor de andere betrokken mensen, werknemers, gezinnen, dieren, planten? Of heb ik een hek geplaatst en dingen moeilijker, zwaarder, erger, armoediger, pijnlijker gemaakt voor hen? Onthoud dat datgene wat je láát, uiteindelijk in jouw eigen voordeel is. Datgene wat je als te veel vasthoudt, maakt ook voor jou het leven slechter: direct door de ballast en indirect doordat anderen een tekort hebben en gaan bufferen en daardoor minder aan jou te geven hebben.
3. Is het goed voor het grotere geheel? Als iets echt goed voor jou is én echt goed voor de ander, dan zal je vaak zien dat het ook goed is voor het grotere geheel: het gezin, je relatie, de kringloop, de klas, de natuur, de mensheid, de samenleving, het milieu, de grondstoffen, de toekomst etc. Er vindt een uitwisseling plaats van levengevende, gezonde initiatieven waar we allen beter van worden. Ook voor kinderen en hun toekomst: zij die geen zeggenschap hebben over geld en de economie maar wier leven en toekomst erdoor worden bepaald.
Bij drie keer ja kunnen we gaan. Bij minder dan drie keer ja, kijken we verder of kiezen we de optie die voor nu het dichtstbij in de buurt komt van drie keer ja. Wees creatief. Voel goed. Denk door. Voor de grote keuzes die buiten onze eigen reikwijdte liggen, vragen we onze verenigde leiders om samen het
123-perspectief te omarmen en daar stimulerend beleid op te maken.
2. Publieke geldschepping. Zoals indertijd geld is gecreëerd om rijkdom en macht veilig te stellen en te vergroten, zo is er in deze tijd de schepping van publiek en renteloos geld nodig. Dat is het vliegwiel naar overvloed. In tijden van corona: nu de economie overeind gehouden wordt met bijgedrukt geld, nu de beurzen flink onderuitgaan, nu de rente op geld alsmaar verder zakt, nu we voelen dat we één zijn. En nu vragen we onze verenigde leiders dringend om publiek en renteloos digitaal geld te scheppen voor ieder mens: waar dan ook, wie dan ook. Als geboorterecht. Net zoals in een lichaam elke cel onderhouden wordt en in een gezin elk kind mee mag eten. Dit nieuwe digitale geld staat ieder mens ter beschikking en is ter waarde van de totale ecologische voetafdruk die de aarde aankan zonder uitgeput te raken. Ieder mens op deze aarde krijgt daarvan zijn deel uitgekeerd (nu is het zo dat wij in het Westen in april ons deel al hebben gebruikt. De rest van het jaar leven we ten koste van anderen - Earth Overshoot Day). Met dit beschikbare geld gaan we leven, eten, wonen, werken, handelen, uitwisselen. Het nieuwe geld kent geen rente, het kan niet méér worden. Wij kiezen individueel wat we belangrijk vinden om ons geld aan te besteden: een huis, goed voedsel, kleding, een bed, goed onderwijs, goede en betaalbare gezondheidszorg, efficiënt vervoer, eerlijke informatievoorziening, een schoon milieu, een niet-commercieel internet. Kernproducten en -diensten waar we zelf en samen beter van worden.
Degene die de door ons gewenste goederen en diensten volgens het 123-perspectief op een goede, efficiënte, schone en duurzame manier kan leveren, betalen we daarvoor (een investering zonder financieel winstoogmerk) en we ontvangen - ook zonder financiële winst - datgene waar we behoefte aan hebben. Ondernemers en bedrijven kunnen daarin vrij concurreren. Al gauw zullen we prachtige manieren vinden die nóg beter aan het 123-perspectief voldoen. We werken omdat we merken dat er behoefte aan iets is en wij er plezier in scheppen om precies datgene te doen of te produceren.
Dat is meteen de ware definitie van het woord ‘economisch’: zo optimaal mogelijk omgaan met wat er is: grondstoffen, mensen, milieu. We recyclen, verzorgen, vormen om, repareren, produceren schoon en klimaatvriendelijk, produceren meer lokaal, besparen energie en tijd, bouwen duurzaam en klimaatneutraal, heffen grenzen op, zorgen voor biodiversiteit en eerlijke landbouw, vergroenen woestijnen, mensen en culturen verrijken elkaar met elk hun sterke kanten. We zullen steeds meer en meer overvloed ervaren en in vrede kunnen leven.
Het 123-perspectief en de renteloze geldschepping zijn samen de ultieme privatisering waarbij publieke zaken niet in commerciële handen zijn maar in de handen van gewone mensen. Veel onzinwerk zal wegvallen, er zullen veel nieuwe banen bij komen die direct zinvol bijdragen aan een menswaardig bestaan in een gezond milieu. We belonen mensen en bedrijven die doen wat we belangrijk, nodig en behulpzaam vinden met ons geld, en onthouden ons geld aan mensen en bedrijven die dingen doen die overtollig, onbelangrijk of zelfs schadelijk voor ons zijn. We leren om keuzes te maken. Investeren we ons geld en de beschikbare grondstoffen en land aan wegwerpspullen of aan langlevende zinvolle producten?
Kinderen vragen aan de leiders van deze wereld om te doen waar hun burgers naar snakken en kinderen vragen aan de burgers om díe leiders te kiezen en te steunen die dit willen waarmaken. Nu zijn de leiders bang voor kiezersverlies en de burgers in verzet tegen leiders die hun beloften niet waarmaken. Als jullie voor elkaar kiezen, met inbegrip van de publieke geldschepping en het 123-perspectief zal er overvloed voor allen zijn. We profiteren allen. Vrouwen, mannen, kinderen, alle geloven en alle kleuren. Een geheel van waardevolle, unieke individuele mensenkinderen. We zullen groei merken in onze verbinding, toenemend vrede, harmonie en gezondheid. We hebben de gelegenheid om onszelf te zijn, de tijd om elkaar te ontmoeten en elkaar te waarderen om het anders-zijn.
We hebben de vrijheid om te kiezen en te doen wat juist is. Dat is onze kracht. We zijn met veel. Drie miljard kinderen/jongeren staan erachter, moeders en vaders staan erachter. Samen kunnen wij dit voor elkaar maken. We kunnen collectief het werk neerleggen (en elkaar helpen tot onze leiders meegaan), we kunnen collectief stoppen met het kopen en consumeren van producten (tot bedrijven meegaan). Wij hebben de macht. Hebben we ook het lef? Iedereen zal iets verliezen maar als geld weer een middel is, zullen we samen veel winnen.
Conclusie: Een economie van iedereen voor iedereen vraagt minder en brengt ons meer.
Het 123-perspectief in de economie: als geld een ruilmiddel is om in jouw behoeften te voorzien (1), dan schept het zinvol en geliefd werk voor andere mensen (2) en zorgt voor een faire samenleving (3).
Aanbevelingen en acties:
- Omarm het 123-perspectief in jouw leven en werk, op scholen, in organisaties en bedrijven, oefen het in iedere ontmoeting. Inspireer elkaar en laat ons via #Wemirroryou met jouw video zien op welke manier jij andere keuzes maakt. Doe wat goed is, niet wat gemakkelijk is.
- Kies partijen en leiders met integriteit en een goede langetermijnvisie (vele generaties vooruit).
- Partijen en leiders: durf te gaan voor een goede langetermijnvisie, rentevrij geld en het 123-perspectief.
- Vraag de gezamenlijke leiders in de Verenigde Naties dringend om de publieke en renteloze geldschepping te regelen.
- Zolang dit niet wereldwijd geregeld is, vragen we onze overheden en politieke partij(en) te starten met lokaal of regionaal rentevrij geld (UnitedEconomy, social trade organisation STRO of @nder geld). Het werkt al met succes voor mensen én bedrijven in bijvoorbeeld Bristol en op Sardinië.
- Vraag jouw leiders om een vorm van basisinkomen te regelen.
- Producten, diensten, bedrijven, overheden, landen die voldoen aan het 123- perspectief krijgen (belasting)voordeel omdat ze de publieke taak dienen en de samenleving gezonder maken.
- Producten, diensten, bedrijven, overheden, landen die niet voldoen aan 123- perspectief krijgen (belasting)nadeel omdat ze de publieke taak niet dienen omdat ze kosten afwentelen en daarmee een ander of de gemeenschap met extra kosten opzadelen. De overheden kunnen hierdoor kleiner zijn en de belastingen naar beneden.
- Stel bedrijven, Bv’s, instellingen en organisaties zijn volledig aansprakelijk voor hun handelen.
- Schade aan mens, dier en milieu worden mee berekend in de productprijzen.
- Grote (wereldwijde) bedrijven betalen ook gewoon belasting.
- Bankiers: houd je aan de eed om integer te zullen handelen.
- Stop met (het vragen om) aandelen, speculatie, rente, effecten e.d.
- Regel toegang voor ieder mens tot renteloos geld en daarmee een menswaardig bestaan.
- Alle kosten (de onzichtbare en indirecte die aan de ander en het geheel toegebracht worden) worden mee berekend in een product of dienst. De hele keten en het gehalte aan 123-perspectief zijn voor de gebruikers inzichtelijk via een app, QR-code enz.
- Koop zoveel mogelijk bij de lokale middenstander en boer. Schenk elkaar een fair inkomen.
- Geef subsidies (op) initiatieven, omscholingen en bedrijfsveranderingen die volgens het 123-perspectief werken. Haal subsidies weg waar men daar niet of nauwelijks aan voldoet.
- Zorg voor een goede verdeling en zinvol gebruik en hergebruik van de grondstoffen over de verschillende landen ter wereld.
- Hef grenzen en ‘hekken’ op. Zorg er met de publieke geldschepping voor dat geld niet langer schaars is. Grondstoffen of zaken die werkelijk schaars zijn worden op een faire, grensoverstijgende manier geregeld. Ieder land krijgt zijn deel van de beschikbare middelen.
- Stel minder gefortuneerde mensen en landen met onderwijs, kennis en middelen in staat om hun eigen leven, werk, samenleving, bedrijvigheid en economie ter hand te nemen.